Skip to main content

In dit paper wil ik aandacht vragen voor een paar white spots, ofwel witte plekken, in Personal Finance. Wat verstaan we in de eerste plaats onder Personal Finance? PF is een verzamelnaam van bedrijven die financiële diensten aanbieden en je helpen om je geld te besteden met als doel er op korte of lange termijn weer geld mee te kunnen verdienen. Binnen deze groep is er een aantal bedrijven werkzaam, die verschillende producten aanbieden, o.a. banken en financiële instellingen. Maar  daarnaast zijn er ook veel nieuwkomers die dezelfde financiële diensten aanbieden, de zogenaamde FinTech bedrijven. Je kunt sparen, beleggen, handelen, crypto’s kopen, waarbij je winst kunt maken of…. je geld verliezen.

Ook kun je bijvoorbeeld je pensioen aanvullen door op lange termijn te beleggen. Het grote verschil met de bestaande financiële instellingen is dat ze het sneller, vaak goedkoper en eenvoudiger via een app aanbieden. Maar vergeet niet dat deze bedrijven allemaal één gemeenschappelijk doel hebben en dat is geld verdienen, want voor al die diensten moet je wel betalen, anders willen ze je niet helpen… Waarom niet?  Omdat simpelweg de business case negatief is, dus ze beginnen er niet aan, want het zijn klanten die geen geld hebben dan wel al in de financiële zorgen zitten.

Kan er dan geen geld verdiend worden aan deze groep mensen? Zeker wel, maar de winst in deze keten wordt pas behaald aan het eind van de keten wanneer schulden succesvol  zijn weggewerkt waardoor minder mensen een beroep zullen doen op een uitkering. Hierdoor dalen de kosten van  de overheid. Deze besparingen kunnen dan ingezet worden om de negatieve opbrengst van de business te compenseren aangevuld met een vergoeding voor de geleverde inspanning van het bedrijf. Op deze wijze kan de business case positief uitvallen. Maar dit vraagt wel een ander businessmodel, namelijk eentje die een koppeling maakt tussen het bedrijfsleven en de overheid.

Dan kom ik toe aan de eerste witte plek in PF: Schulden.

Er wordt dus in eerste instantie in de richting van de overheid gekeken, waarvan we in feite weten dat dit proces niet goed werkt. Het geld stroomt langs vele strijkstokken en komt uiteindelijk vertraagd bij de “klant” terecht. Met nog steeds de vraag of het goed komt en… blijven de mensen dan uit de schulden?

Dit moet dus anders en in Nederland zien we inmiddels al enkele bedrijven die oplossingsgericht bezig zijn. Zo is bijvoorbeeld Buddy een toepassing die mensen helpt om uit de financiële problemen te komen en ook te blijven. Buddy is een systeem dat gekoppeld is aan de zorg-uitkering van de persoon die in de problemen zit. Op deze wijze kan Buddy de uitkering controleren, de “klant” er bovenop helpen en zichzelf in dit kader ook van een vergoeding voorzien. Hier is dus de gemeentelijke overheid gekoppeld aan het bedrijf dat de sociale taak op zich heeft genomen om de “klant” te helpen.

Het is dus goed dat een dergelijk initiatief er is en het lijkt succesvol te zijn, maar het is nog te weinig. Dit zou veel breder en landelijk opgepakt moeten worden en dan wel op alle gebieden (inclusief zorg), welke de financiën van een persoon raken, erbij betrekken of in onder brengen. Op deze wijze kan op elk moment een compleet financieel plaatje voor (of door) een persoon gemaakt worden en kan er vroegtijdig gesignaleerd worden dat er mogelijk iets fout gaat.

Wat is nog meer nodig? Welnu, dan kom ik toe aan de tweede witte vlek in PF: Educatie

We moeten voorkomen dat mensen in de witte vlek van schulden terechtkomen. Om dit te bereiken moeten we iedereen van jongs af aan leren hoe met geld om te gaan. Natuurlijk is het hiervoor ook belangrijk dat je de kans krijgt om een goede opleiding te volgen en daarna een goed betaalde baan te krijgen. Ook dan zijn er zorgen, maar daar ga ik in dit verhaal even aan voorbij en richt mijn aandacht even op al die mensen die moeten leren hoe met geld om te gaan, want dat zijn er nog steeds te veel.

Als we om ons heen kijken, zien we dat steeds meer mensen, jongeren, kinderen hun financiën niet onder controle kunnen krijgen. Dat heeft allerlei oorzaken. Het uitgeven van geld wordt tegenwoordig heel gemakkelijk gemaakt, je kan veel op de “pof” kopen. Via smartphone, internet en met plastic geld gaat dit heel snel en voordat je het weet sta je rood bij een bank…. Ook willen kinderen vaak bij een groep horen en dat vraagt bijvoorbeeld het dragen van dure kleding en schoenen of een speciaal mobieltje. Ze doen alles om erbij te horen… koste wat het kost…

Ja, we praten erover en tot nu toe leren we het vooral in de praktijk en/of we kijken het af van onze ouders (alsof die het goed doen?), vrienden en kennissen en dan maar hopen dat het goed gaat. Velen die een goede opleiding hebben genoten en een goede baan weten te verwerven redden het wel, maar wat te doen met het groeiende aantal mensen en vooral jongeren, die het niet redden en financiële steun nodig hebben.

De veranderingen in de financiële wereld gaan snel en we zien een snel groeiende financiële ongeletterdheid. Omgaan met geld zal dus van jongs af aan op de basisschool aangeleerd moeten worden en moet vervolgens een vast onderdeel van elke opleiding vormen. Doel moet zijn om kinderen/jongeren, met name uit minder welgestelde gezinnen, of die moeilijk kunnen leren, een kans te geven een normaal financieel bestaan na te streven. Behalve lezen en schrijven moet ook het vak rekenen uitgebreid worden met het leren omgaan met (je eigen) geld en later ook waardevolle bezittingen. Gelukkig zien we dit mondjesmaat op scholen wel al gebeuren, maar het is incidenteel en niet structureel! De “week van het geld” is niet genoeg.

Weerstand tegen verandering.

Ook zijn er (semi) overheidsinstanties, bedrijven en ZZP’ers die in dit woud van regels en uitkeringen een bestaan hebben gevonden. Met meer aandacht voor opleiding “hoe om te gaan met geld”, zullen deze bedrijven op een gegeven moment minder werk krijgen, want na een aantal jaren zal namelijk (hopelijk) de behoefte aan steun langzaam afnemen. Vanuit deze hoek zal men wel belijden dat het nodig is, maar doen is een tweede…

Daarnaast zijn er veel bedrijven zoals Fintech, BigTech en onze ouderwetse bedrijven als banken en verzekeraars die dit gemakkelijk zouden kunnen oppakken. Maar dit past niet binnen hun businessmodel dat gericht is op het maken van veel winst; het nemen van een sociaal maatschappelijke verantwoordelijkheid (boven op de zorgplicht) gaat ten koste van die winst, dus dat doen we liever niet, zeggen ze dan, niet hardop, maar je ziet het gewoon niet gebeuren… Ze verdienen meer geld aan rood staan en/of doen gewoon geen zaken met mensen met geen of weinig geld. Cherry-Picking heet dit fenomeen, iets wat FinTech al wordt verweten. Een meer sociaal maatschappelijke benadering vanuit PF bedrijven zien we dus op normale bedrijfsmatige aanpak niet van de grond komen.

Conclusies.

Er is latente weerstand uit de huidige systematiek van financiële zorg en schuldsanering.

Signalering en aanpak van schulden moeten eerder beginnen. Zodra een PF bedrijf constateert dat het met de uitgaven de verkeerde kant op gaat moet er een alarm af gaan en een schuldhulp kunnen starten als dat nodig blijkt. De schuldsanering begint nu te laat. Pas bij een hoge schuldenlast kun je terecht bij de gemeente voor hulp. Buddy pakt dit in een aantal gemeenten goed op, maar je komt eigenlijk te laat. Dit moet eerder.

Overheid en business moeten op grotere schaal een gecombineerde aanpak kiezen. Geef business de kans op “winst” bij een sociale en maatschappelijk verantwoorde aanpak.

De voorkeur zou moeten uitgaan naar een coöperatieve aanpak zonder winstoogmerk; we moeten geen nieuwe strijkstokken creëren.

Educatie moet beginnen op de scholen als een standaard onderdeel van het lespakket. Maak het uitdagend, spelenderwijs, dan is het leuk voor iedereen.

Geef personen meer mogelijkheden om zelf een compleet financieel plaatje op te stellen, waarbij signalering in een vroegtijdig stadium mogelijk moet zijn.